Ik zou allereerst onderscheid maken tussen de paden die niet breed genoeg zijn voor autoverkeer zelfs al zou dat mogelijk zijn, en de straten die best wel voor auto’s gebruikt zouden kunnen worden, maar waar de keuze gemaakt is om ze autovrij te maken/houden.
De eerste categorie kan footway of path zijn, naar gelang het gebruik. Pedestrian is meer voor straten waar auto’s kunnen rijden of reden, maar waar ze bewust dichtgezet zijn voor (doorgaand) gemotoriseerd verkeer.
De andere zit qua verkeerscategorieën tussen residential en pedestrian in. Omdat geen van beiden lekker past, zou ik degene pakken die qua essentie het dichtst bij komt, en daar de uitzonderingen aan toevoegen. Dat lijkt me hier pedestrian (met moped/mofa/bicycle=yes). De straatinrichting is hier immers ook naar dat je er niet met 30 km/h doorheen rijdt met je brommer; dit zijn shared spaces waar voetgangers (en spelende kinderen!) nadrukkelijk de hoofdgebruikers zijn. Niet op de stoep zoals bij een residential, maar midden op ‘straat’.
We gaan landelijk steeds meer naar verkeerssituaties en wijkinrichtingen toe waarbij strikte bebording tot een minimum beperkt wordt, en verkeersdeelnemers geacht worden de subtielere hints op te pikken: stoepranden, grote stenen, gekleurde oppervlakken, tactisch groen; er wordt bewust van alles ingezet wat de verkeerssituatie in zachtere termen duidelijk maakt om verkeersgedrag te beïnvloeden. In zo’n situatie halsstarrig vasthouden aan legalistische interpretaties maakt de kaart niet beter (zeker qua navigatie niet).