Dubbel tekenen is niets voor mij. Goede info voor waterwegen is echter ook belangrijk. Maar wel iets anders dan een fietspaadje. Ik heb de beide stukjes onder we weg door culvert=yes gegeven. Maar eens zien of Keepricht over een paar weken er wat van zegt.
Maar lees nu wat ik beleefde: Het was me opgevallen dat het pad naar De Langelandstermolen nog niet gemapt was. http://www.openstreetmap.org/?mlat=53.2595141920314&mlon=6.65250062942505&zoom=16&layers=B000FTF
Dat pad is ook meer een boerderijoprit.
Ruige bedoeling.
Het laatste stukje door het weiland.
Er is ook een duiker via welke je aan de overkant kunt komen.
De Langelandster staat er prachtig bij.
Omdat de tocht ook nog niet gemapt was dacht ik ‘laat mij eens aan de overkant langs de tocht naar Thesinge gaan’. Het eerste stuk kon ik prima fietsen over een boerenpad. Daarna -langs de noordroute- werd het wat modderig.
Een jonge ree had net geprobeerd het water over te steken maar was door het ijs gezakt. Ja er ligt hier overal nog ijs. Toen ik in de buurt kwam krabbelde het op het ijs en vluchtte naar de overkant. Daar zakte het weer door het ijs en kon daarna niet meer op de oever komen. Het was te verzwakt denk ik.
Denkende aan het aan zijn lot overgelaten wild bij de Oostvaardersplassen leek het me toch wel beter om het beestje een handje te helpen. Maar wat te doen? Het was aan de overkant. Dan moest ik eerst naar Thesinge en dan aan de andere kant terug. Maar ja als je dan aan de andere kant bent vlucht zo’n dier als het je aan ziet komen. Dus ja wat kon ik eigenlijk: ik had ook geen lasso bij me.
Ik liep door naar Thesinge. Daar suggereerden enkelen me de dierenambulance te bellen. Ik dacht meer aan de brandweer. Toen ben ik maar alleen gegaan. Het beestje was niet op de plaats waar ik hem het laatst gezien had. Ik liep verder langs de oever.
Een eindje verder stond het aan de kant. Bewegingsloos. Het kopje draaide en keek me aan. Ik ging op mijn hurken in de walkant zitten. Het vluchtte niet. Ik kon net bij jhet kopje. Ik pakte vlug zijn oor steving vast en trok het naar me toe. Het was licht als een veertje. Het laatste stuk pakte ik met de andere hand een voorpoot. O wat voelde het koud en stijf aan.
Daar lag het op de kant. Het bewoog niet veel.
Ik pakte het nog een keer op en het zette het op knieën neer. Gelukkig bleef het zo zitten. Ik trok me terug en wachtte vijftig meter verder in het riet af wat er zou gebeuren.
Het keek zo nu en dan rond. Gelukkig ging het er niet bij liggen want dat had het einde betekend denk ik. Omdat ik het na een tijdje koud kreeg ben ik maar weg gegaan.