Er waren eens een slak en een jaguar samen aan het werk. Ze waren een plattegrond van hun omgeving aan het maken. Deze plattegrond noemden ze OSV, wat betekent: Onder Samenwerkende Voeten. Samen wilden ze een goede kaart maken van alles wat zich onder hun voeten bevond.
Als eerste gingen ze alle wegen op de kaart zetten; de slak zou het ene deel van de omgeving en de jaguar het andere deel voor zijn rekening nemen. Na een week zouden ze weer bij elkaar komen om elkaar hun belevenissen te vertellen en hun gegevens uit te wisselen.
Zo gebeurde het: de slak sloop weg, de jaguar sprintte weg. Na een paar uur was de jaguar al klaar, de slak was zelfs na de afgesproken zeven dagen nog niet klaar.
De slak kroop namelijk door alle straten, van de ene naar de andere. Van achterafstraatje tot snelweg, alles bekeek hij aandachtig.
De jaguar pakte het anders aan: hij ging naar de burgemeester en vroeg hem om een overzicht van de wegen en het type van die wegen; sinds kort was dit overzicht namelijk voor iedereen beschikbaar. Hierna tekende hij de informatie van de burgemeester in in de kaart die hij samen met de slak aan het maken was.
Zo kwamen de slak en de jaguar na zeven dagen weer bij elkaar. Na een vriendelijke begroeting werd de jaguar al snel boos. âWat heb jij nou weer met die wegen gedaan?â, riep hij uit. Want wat bleek? De slak had alle wegen op de kaart eenvoudigweg als âroadâ gekenmerkt, want de handleiding, wimi genaamd, gaf aan dat dat mag wanneer het type weg niet duidelijk is; voor dit kleine en langzame diertje is dat natuurlijk ook niet belangrijk. Maar voor de jaguar is het type weg juist wĂ©l belangrijk: op een mooi geasfalteerde en brede âmotorwayâ kan hij nu eenmaal sneller rennen dan op een âpathâ.
Daarom zuchtte de jaguar maar eens, en ging zelf op pad: alle wegen die de slak gelopen had rende hij af, keek naar de informatie van de burgemeester en verbeterde de gegevens van de slak. Zo wist de jaguar tenminste ook waar hij zijn benen lekker kon strekkenâŠ
Na een week kwamen de slak en de jaguar opnieuw bij elkaar. NĂș werd de slak boos. Wat heb je met mijn straten gedaan? âIk?â, vroeg de jaguar. âDie heb ik alleen maar verbeterd!â Gelukkig, dacht de slak bij zichzelf; âk dacht al dat die snelle loper al mijn werk teniet had gedaan. Hij bekeek de veranderingen van de jaguar eens nauwkeurig. Het duurde even, maar toen zag de slak ook wel in dat het voor de jaguar belangrijk is dat een weg niet alleen als âroadâ gekenmerkt is, maar dat ook het type duidelijk aangegeven is. âIk snap nu dat het type weg voor jou belangrijk isâ, zei de slak, âmaar ik vind de kaart er niet netter op geworden; alles is zo onduidelijk met allemaal verschillende kleuren, hoe moeten andere mensen nu weten wat bijvoorbeeld dat gele weggetje betekent?â De jaguar glimlachte. âIk ben het daarmee met je eens, en daarom heb ik een andere kaart getekend; gewoon overgetrokken van onze gezamenlijke kaart, maar wel met andere kleuren, een stuk eenvoudiger Ă©n met een legenda. Deze kaart snapt de burgemeester zelfsâŠ!â Bij het zien van de andere kaart glimlachte de slak ook.
Zo gingen de slak en de jaguar vriendschappelijk uiteen, en beleefden nog vele gezamenlijke avonturen met hun prachtige kaarten.
PS Door de auteur worden eigenschappen van slakken respectievelijk jaguars niet in verbinding gebracht met personen!